Signaleren van slikstoornissen bij patiënten met Parkinson Een Systematische Review
Ans Rensen, Wilma Scholte op
Reimer, Theo van Achterberg
Achtergrond
Veel Parkinson patiënten worden
geconfronteerd met orofaryngeale dysfagie, ofwel slikproblemen (AHCPR: Agency
for Health Care Policy and Research, 1999). Deze kunnen zich al in een vroeg
stadium van de ziekte ontwikkelen. Dysfagie, niet tijdig opgespoord en
behandeld, kan naar wordt verondersteld leiden tot ernstige complicaties als
aspiratie en een tekort aan voeding en vocht. Aspiratie kan leiden tot een
aspiratiepneumonie. Ondervoeding kan het immuunsysteem aantasten en dehydratie
kan leiden tot dementieachtige symptomen. Ook zou dysfagie kunnen leiden tot het
niet innemen van medicatie (Johnston et al.,1995, AHCPR, 1999; Goulding,
2000). Naast deze gevolgen, kan dysfagie substantiële gebreken veroorzaken in de
kwaliteit van leven (McHorney et al., 2000a).
Omdat pneumonie een belangrijke hoofdoorzaak is van overlijden bij patiënten met
Parkinson, is evaluatie en adequate behandeling van dysfagie noodzakelijk (Müller,
2001). De normale behandeling bestaat uit zowel non-invasieve (bv.
dieetaanpassing en sliktherapie) als invasieve therapie zoals PEG (percutane
endoscopische gastrostomie). PEG is de meest gebruikelijke invasieve interventie
voor neurogene ororfaryngeale dysfagie en wordt meestal gebruikt als dysfagie en
aspiratie zo ernstig zijn dat ze levensbedreigend zijn (AHCPR, 1999).
De ernst van slikproblemen bij Parkinson patiënten blijkt niet alleen uit de
literatuur, maar is ook door patiënten zelf in het project ‘2-gesprek Parkinson’
aangegeven. In recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neuro
Verpleegkundigen en Verzorgenden (NVNVV, 2001) en het Nederlands Paramedisch
Instituut (NPI, 2000) is er eveneens veel aandacht voor slikproblemen. In beide
richtlijnen is de onderbouwing met literatuur voor wat betreft de keuze van
screeningsinstrument matig.
Slikproblemen worden vaak niet herkend door zowel hulpverleners als patiënten.
Herkenning wordt bemoeilijkt door het fluctuerende verloop van de ziekte (on-off),
stille aspiratie en niet adequate screening. Een formele diagnose van
orofaryngeale dysfagie is
meestal gebaseerd op een volledig “bedside exam” of videofluoroscopie (ook
genoemd de modified barium swallow of MBS), maar deze methode is niet geschikt
voor screening in de verpleegkundige praktijk van alledag. Voor deze studie is
besloten bestaande verpleegkundige richtlijnen verder te onderbouwen, in het
bijzonder voor het onderdeel slikstoornissen.
Doelstelling
Hoofddoel van dit systematische literatuuronderzoek was na te gaan welke
instrumenten voor verpleegkundigen beschikbaar zijn voor de screening van
slikproblemen bij Parkinson patiënten. Daarbij is tevens de sensitiviteit en
specificiteit van deze instrumenten bestudeerd.
Omdat in bestaande richtlijnen een onvoldoende onderbouwd beeld van de
prevalentie, de symptomen en gevolgen van slikproblemen is opgenomen, zijn ook
studies die hiervan beschrijvingen geven in de review meegenomen.
Methoden
Zoekstrategie
Geschikte literatuur is voor de periode vanaf 1991 tot april 2002 gezocht
met behulp van de electronische databases Medline, CINAHL, Psyclit, Sumsearch en
de Cochrane Library Database. Hierbij zijn de volgende basiszoekwoorden
gebruikt: deglutition disorders, swallowing impairment, dysphagia, Parkinson’s
disease, screen*, diagnose*, assessment*, measurement*.
Deze zijn gecombineerd met
aspiration*, pneumonia*, nutrition*, malnutrition*, weight loss*, dehydration*,
eating disorder, self care, self management, nutritional support, activities of
daily living, and quality of life. De
zoekmethode werd uitgebreid door het nazoeken van relevante verwijzingen naar
publicities en internetadressen in de gevonden artikelen. Deze bronnen werden
allen aan de hand van dezelfde criteria beoordeeld.
Selectiecriteria
Alle designs werden geaccepteerd. Artikelen werden geïncludeerd indien zij
betrekking hadden op patiënten met de diagnose ziekte van Parkinson (idiopatische),
ook als deze groep onderdeel was van een heterogene onderzoekspopulatie van
patiënten met neurogene dysfagie. Elk stadium en elke duur van de ziekte van
Parkinson is meegenomen, alsook elke definitie van dysfagie. Met betrekking tot
screeningsinstrumenten zijn alleen
non-invasieve en bedside screeningsinstrumenten bestudeerd, aangezien het om
voor verpleegkundigen bruikbare instrumenten ging. Aan de standaard waartegen de
instrumenten werden afgezet zijn geen eisen gesteld.
Studies met betrekking tot screeningsinstrumenten zijn geïncludeerd wanneer een
relatie werd gelegd tussen het screeningsinstrument en één of meer van de
volgende uitkomsten: mortaliteit, pneumonie, vroegtijdig ontdekken van de signs
en symptoms aspiratie (bv. hoesten), (onder)voeding en (de)hydratie, effect op
slikken en voedingsopname, mate zelfredzaamheid t.a.v. voeden/slikken,
doorverwijzing, afname van bezoek aan huisarts of specialist, opname in het
ziekenhuis, duur van het verblijf en kwaliteit van leven. Studies waarin
invasieve instrumenten voor de screening en diagnostiek van slikproblemen werden
beschreven zijn niet meegenomen. Geen enkele publicatietaal werd vooraf
uitgesloten.
Dataverzameling en analyse
De artikelen die met behulp van deze zoekstrategie werden gevonden, zijn aan
de hand van voornoemde criteria door twee onderzoekers onafhankelijk van elkaar
beoordeeld op geschiktheid. Bij verschil van mening gaf een derde onderzoeker
advies en werd gezocht naar een compromis. Om de kwaliteit van de artikelen te
beoordelen is gebruik gemaakt van een bestaande beoordelingslijst afkomstig van
het Dutch Cochrane Centre. Artikelen werden echter niet geëxcludeerd bij matige
methodologische kwaliteit.
Resultaten
Alle abstracts die geselecteerd zijn op basis van de zoekstrategie (n=209)
zijn door de onderzoeker verzameld. De abstracts zijn door de onderzoeker en een
tweede onderzoeker onafhankelijk van elkaar beoordeeld op geschiktheid op basis
van de inclusiecriteria. Uiteindelijk zijn 55 artikelen geïncludeerd.
Prevalentie
Schattingen van prevalentie van dysfagie bij patiënten met Parkinson
variëren van 20% tot 81% (tabel 4.5). Deze cijfers kunnen zijn beïnvloed door de
ernst van de ziekte, medicatiegebruik en de methode van het meten van dysfagie.
De meeste onderzoekers onderzochten patiënten met milde tot matige vorm van de
ziekte van Parkinson (fase 1 tot 3 van de vijf fasen op de Hoehn en Yahr
schaal).
Symptomen
Orofaryngeale slikproblemen kunnen
het eerste symptoom zijn van de ziekte van Parkinson. Vooral de voor- en
achterwaarts rollende tongbeweging is een typisch symptoom (Leopold & Kagel,
1996; Donner & Silbiger, 1996; Logemann, 2000). In een review van Johnston
(1995) wordt een overzicht gegeven van acht studies naar de frequentie en soort
afwijkingen in de orale fase van het slikken. Hierbij wordt opgemerkt dat er
grote verschillen zijn in methode van onderzoek.
De belangrijkste afwijkingen zijn: abnormale lipsluiting, verminderd oraal
transport, linguale tremor, abnormale linguale stuwkracht, slechte vorming van
bolus en in stukjes delen van voedsel, reflux terug naar de mond vanaf de
tongbasis en een vertraagde slikreflex. Deze afwijkingen worden bevestigd in
latere studies (Ali et al. 1996; Nilsson, Ekberg et al., 1996).
Gevolgen
De geselecteerde bronnen beschrijven diverse gevolgen van slikproblemen.
Hypersecretie van speeksel en kwijlen worden in de literatuur steeds vaker
genoemd als gevolg van dysfagie en niet als een probleem dat wordt veroorzaakt
door overproductie van speeksel (Leopold & Kagel, 1996; Edwards et al.,
1994; Fuh et al. 1997; Bagheri 1999; Marks et al., 2001).
Aspiratie en pneumonie worden aan het voorkomen van slikproblemen gerelateerd.
Diverse studies beschrijven dit verband. Muller (2001) heeft in een
multicenterstudie (n=83) bij 17 patiënten die ten gevolge van pneumonie
overleden idiopathische Parkinson vastgesteld. Wang et al. (2002) stelden
bij idiopathische parkinsonpatienten (n=15), die langere tijd of tot overlijden
werden gevolgd, vast dat de belangrijkste complicatie bij 12 patiënten een
terugkerende pulmonaire infectie was. Fernandez en Lapane (2002) hebben in een
drie jaar durende follow-up studie bij patiënten met Parkinson in 4000
verpleeghuizen (n=15237) apiratiepneumonie kunnen aanwijzen als een belangrijke
voorspeller van overlijden. In een correlationeel onderzoek (n=166) van Lundy
et al. (1999) tenslotte, worden vertraging in het teweegbrengen van
faryngeaal slikken en een verlaagde laryngeale heffing beschreven als de
belangrijkste voorspellers voor aspiratie. In vijf verschillende studies (Westergren
et al. 2002; Lieu et al. 2001;Hudson et al. 2000; Steele
et al. 1997; Veldee & Peth, 1994;) wordt de relatie tussen dysfagie en
ondervoeding beschreven. Daarnaast zijn vijf studies gevonden over ondervoeding
bij de Parkinsonpatient en de mogelijke relatie met dysfagie.
In een systematische review geven Veldee en Peth (1992) aan dat er geen causaal
verband tussen dysfagie en ondervoeding is aangetoond, maar dat er wel sterke
aanwijzingen voor een relatie bestaan. Zo worden sommige gevallen van dysfagie
pas ontdekt als er al sprake is van ondervoeding. De aangetroffen studies zijn
vooral explorerend en de resultaten zijn niet altijd consistent.
In twee studies (Nozaki et al. 1999; Coates et al. 1997) wordt
specifiek gekeken naar de relatie tussen dysfagie, voedingstoestand en
Parkinson. Nozaki et al. (1999) hebben in een correlationele studie
(n=105) een relatie vastgesteld tussen dysfagie en gewichtsverlies. Patiënten
met dysfagie hadden in deze studie een significant lagere carbohydrate inname
dan de groep patiënten zonder dysfagie. Ook biochemische voedingsparameters
zoals serumproteïne, albumine en cholesterol vielen bij aanwezigheid van
dysfagie significant lager uit. Coates et al. ( 1997) hebben in een
beschrijvende studie bij patiënten met Parkinson (n=48) geen significante
relatie tussen dysfagie en voedingstoestand gevonden, maar vonden wel een
significante relatie tussen dysfagie en de afname van spiermassa (BMI) bij
vrouwelijke Parkinsonpatiënten.
De relatie tussen dysfagie en dehydratie is moeilijk vast te stellen vanuit
beschikbare evidence. Er is geen literatuur gevonden die deze uitkomst bij
patiënten met Parkinson heeft onderzocht.
Enkele studies beschrijven gevolgen voor de kwaliteit van leven. Ekberg et
al. (2002) beschrijven de psychosociale gevolgen van dysfagie bij ouderen in
zieken- en verpleeghuizen (n=360). Slechts 36% van deze mensen met dysfagie had
een formele diagnose dysfagie, waarvan 32% een professionele behandeling kreeg.
De meeste mensen met dysfagie dachten dat hun probleem niet behandelbaar was.
Tegelijkertijd vond slechts 45% eten een aangename bezigheid. Eenenveertig
procent gaf aan tijdens maaltijden angst of paniek te ervaren en meer een derde
van de patiënten vermeed eten met anderen. Dit had invloed op hun
zelfvertrouwen, socialisatie, en plezier in het leven. Voor Parkinsonpatiënten
worden deze gevolgen bevestigd in het onderzoek van Andersson en Sidenvall
(2001) en in een beschrijvende studie van Abudi et al. (1997).
Instrumenten voor screening van dysfagie
Zes artikelen beschrijven de voorspellende waarde van in totaal zeven
screeningsinstrumenten voor dysfagie bij Parkinsonpatiënten of voor dysfagie bij
een groep patiënten met neurologische aandoeningen waaronder Parkinsonpatiënten
(tabel 4.6).
De zeven screeningsinstrumenten zijn:
Een 16-item zelfrapportagelijst van Lin et al (2001);
Een 28-item vragen- en observatielijst van Logemann (1999);
- De Clinical Screening Test bestaande uit een 150 ml watersliksnelheidstest en
een 6- item vragenlijst (Clarke, 1998);
- De Chicago Clinical Evaluation of Dysphagia Scale (10 items) in combinatie met
een “global rating scale” voor de ernst van dysfagie en een daaraan gekoppeld
behandelingsadvies (Clarke, 1998);
- Een 25-item vragen/observatielijst in combinatie met een 90 ml watersliktest (Mari,
1997);
En 4-item observatielijst bij een 30 ml watersliktest (Sithoh, 2000);
Een 19-item zelfrapportagelijst van Wallace et al. (2000).
Alle instrumenten worden primair gebruikt voor screening van dysfagie en
doorverwijzing. De instrumenten zijn echter verschillend in lengte en inhoud en
variëren van een simpele watertest met enkele vragen over aspiratie tot meer
uitgebreidere testen met categorieën over medische geschiedenis,
gedragsvariabelen, orofaryngeale functies, indicatoren voor verhoogd risico op
aspiratie, voedingsconsistentie en kwaliteit van leven. Het afnemen van de
testen wordt merendeels beschreven voor artsen en logopedisten. Alleen Lin
(2001) geeft aan dat het instrument voor verpleegkundigen is bedoeld.
In twee onderzoeken (Mari,1997; Logemann, 1999) is het screeningsinstrument
vergeleken met VFS (Video Fluoroscopie) of BMS (Modified Barium Swallow Test)
als gouden standaard en is sprake van blindering van resultaten. Bij de andere
onderzoeken zijn andere vergelijkingstesten als gouden standaard gebruikt.
De studies zijn in verschillende settings uitgevoerd: poliklinieken, een
revalidatiekliniek en een geriatrische afdeling. De onderzoeken van Lin (2001)
en Clarke (1998) includeerden alleen patiënten met Parkinson. De andere studies
(Logemann, 1999; Mari, 1997; Sitoh, 2000; Wallace, 2000) gebruikten een
heterogene steekproef van patiënten met neurologische aandoeningen.
Twee onderzoeken (Lin 2001, Wallace 2000) kijken naar psychometrische
eigenschappen van de slikvragenlijst. Door Lin (2001) wordt een een interne
consistentie van 0.74 en concurrente validiteit van r = 0.675 vastgesteld. Bij
Wallace (2000) leveren in een factoranalyse 16 van de 17 vragen een significante
bijdrage aan de verklaarde variantie van de factor ‘dysfagie’ (55,5% van de
variantie).
Bij de andere studies was het onderwerp van onderzoek de mate van sensitiviteit
en specificiteit bij het voorspellen van aspiratie en pneumonie. De instrumenten
bestonden uit watersliktesten (Clarke 1998; Mari 1997; Sitoh, 2000) of sliktest
met verschillende voedingsconsistenties (Logemann, 1999), gekoppeld aan een meer
of minder uitgebreide vragenlijst. Hoesten bij het slikken wordt in alle
onderzoeken als de belangrijkste voorspeller van aspiratie genoemd, waarbij de
sensitiviteit en specificiteit variëren van respectievelijk 50% tot 78% en 58%
tot 91%. Daarnaast wordt een geschiedenis van herhaalde pneumonie en vertraagde
laryngeale heffing in combinatie met hoesten, zowel bij Sitoh (2000) als bij
Logemann (1999) als factoren genoemd die significant bijdragen aan verhoging van
sensitiviteit en specificiteit van het instrument.
Conclusie en discussie
De resultaten van deze review laten zien dat slikproblemen bij veel
Parkinsonpatiënten aanwezig zijn, al lopen schattingen van de precieze
prevalentie fors uiteen. Bovendien komt naar voren dat de gevolgen ernstig
kunnen zijn, waarbij vooral aspiratiepneumonieën een gevaarlijke complicatie
vormen. Daarnaast zijn er enige aanwijzingen dat ook ondervoeding een gevolg van
slikproblemen kan zijn, al is er geen bewijs voor een causale relatie op dit
punt. Ook zijn er aanwijzingen dat slikproblemen een belangrijke rol kunnen
spelen in het kwijlen van patiënten, waar men voorheen vooral uitging van een
oorzakelijk verband met overvloedige speekselproductie.
Slikproblemen hebben ook negatieve gevolgen voor de kwaliteit van leven van
patiënten. Zo geven patiënten aan dat maaltijden niet langer prettige
gebeurtenissen zijn door angst en paniekgevoelens. Ook wordt eten met anderen
vermeden.
Gezien de huidige stand van zaken kan geen van de geïdentificeerde instrumenten
worden aanbevolen voor screening van slikproblemen bij Parkinson patiënten. Voor
alle instrumenten geldt dat sensitiviteit en specificiteit beperkt of
onvoldoende helder zijn. Voor sommige instrumenten zijn deze kenmerken nog niet
onderzocht, maar is alleen in beperkte mate gekeken naar betrouwbaarheid en
validiteit. Alle geïncludeerde studies kennen serieuze methodologische
beperkingen zoals kleine en zeer heterogene onderzoekspopulaties,
onduidelijkheid over het precieze doel van het instrument (screening voor
doorverwijzing of screening op complicaties) en onduidelijkheid over de
gehanteerde gouden standaard. Bovendien zijn de instrumenten meestal geëvalueerd
bij gebruik door artsen en logopedisten en niet bij gebruik door
verpleegkundigen. De resultaten geven wel aanleiding om te veronderstellen dat
een aantal factoren (zoals hoesten bij het slikken of
een geschiedenis van herhaalde pneumoniën) kernfactoren kunnen zijn in de
screening op dysfagie bij patiënten. Tegelijkertijd is het screenen met
watersliktesten en consumptie van voedingsconsistenties, waarbij hoesten de
belangrijkste indicator is, mogelijk niet altijd bruikbaar bij patiënten met
Parkinson. Het blijkt dat deze groep meer kans heeft op stille aspiratie, mede
door gevoelsstoornissen in het keelgebied. Met deze testen zullen daarom
relatief vaak vals negatieve resultaten gevonden worden.
Vanwege het feit dat de meeste patiënten in de thuissituatie verblijven en voor
behandeling de polikliniek bezoeken, is de verpleegkundige in de polikliniek in
de beste positie om het verloop van het slikken te volgen. Een
zelfregistratie-instrument lijkt voor de poliklinische patiënt een bruikbaar
instrument. Gezien de fluctuatie van klachten in de tijd kan dit een beter beeld
van slikklachten geven. Hierbij moet uiteraard meegewogen worden in hoeverre de
patiënt (of de partner) tot zelfregistratie in staat is.
Samenvattend geven onze resultaten aan dat er veelbelovende instrumenten in
ontwikkeling zijn, maar dat verdere evaluatie en aanpassing van deze
instrumenten nodig is voordat ze kunnen worden aanbevolen voor gebruik door
verpleegkundigen in de praktijk. Hoewel nog veel onderzoek naar het screenen van
slikproblemen nodig blijft, kunnen delen van deze review nu al worden gebruikt
voor het verder onderbouwen van de huidige verpleegkundige richtlijn (NVNVV,
2000).
Uitkomsttype: 3
Hoewel er een richtlijn is, blijkt op grond van de resultaten dat deze voor het
onderdeel slikproblemen onvoldoende onderbouwd is en opnieuw zal moeten worden
ontwikkeld.
Literatuur
Abudi S., Bar-Tal Y., Ziv L., Fish M., Parkinson’s disease symptoms, patients perceptions, Journal of
Advanced Nursing, 25: 54-59, 1997.
AHCPR (Agency for Health Care Policy and Research) Publication No 99-E024; Diagnosis and
treatment of swallowing disorders (dysphagia) in Acute-Care Stroke Patients. Evidence
report/Technology Assessmnet No. 8. (Prepared by ECRI Evidence-based Practice Center under
Contract No. 290-97-0020.) Rockville, MD: Agency for Health Care Policy and Research. 1999.
Ali G.N., Wallace K.L., Schwartz R., DeCarle D.J., Zagami A.S., Cook I.J., Mechanisms of
ororpharyngeal dysphagia in patients with Parkinson’s disease, Gastroeenterology, 110: 383-
392, 1996.
Andersson I., Sidenvall B., Case studies of food shopping, cooking and eating habits in older women
with Parkinson’s disease, Journal of Advanced Nursing, 35 (1), 69-78, 2001.
Appleton J., Bagnall A., McRae J., Stevens S., Recent advances in speech and language therapy,
British Journal of Hospital Medicine, 55 (9), 582-5, 1996.
68
Bagheri H., Damase-Michel, Lapeyre-Mestre M., Cismondo S., O’ Connell D., Senard J., Rascol O.,
Montastruc J., A study of salivery secretion in Parkinson’s disease, Clinical Neuropharmacology,
22(4), 213-5, 1999.
Barczi S.R., Sullivan P.A., Robbins J., How should dysphagia care of older adults differ? Establishing
optimal practice patterns, Seminars in speech and Language, 21 (4): 347-61, 363-4, 2000.
Beyer M.K., Herlofson K. Arsland D., Larsen J.P., Causes of death in a community-based study of
Parkinson’’s disease, Acta Neurol Scand, 103(1): 7-11, 2001.
Buchholz D.W., What is dysphagia? Dysphagia, 11(1): 23-4, 1996.
Bushmann M, Dobmeyer S.M., Leeker L., Perlmutter J.S., Swallowing abnormalities and their
response to treatment in Parkinson's disease. Neurology, 39, 1309-1314, 1989.
Clarke C.E., Gullaksen E., MacDonald S., Lowe F., Referral criteria for speech and language therapy
assessment of dysphagia caused by idiopathic Parkinson’s disease, Acta Neurologica
Scandinavica, 97 (1): 27-35, 1998.
Coates C., Bakheit A.M.O., Dysphagia in parkinson’s disease, Euro Neurol, 38: 49-52, 1997.
Davies K.N., King D., Davies H., A study of the nutritional status of elderly with Parkinson's disease,
Age& Ageing, 23 (4): 142-5, 1994.
Dean K.H.O., Whurr R., Clarke C.E., Playford E.D., Ben-Shlomo Y., Non-pharmacological therapies
for dysphagia in Parkinson’s disease, Cochrane Library, 2000.
DePippo K.L., Holas M.A., Reding M.J., Validation of the 3-oz. Water swallow test for aspiration
following stroke, Arch Neurol, 49: 1259-1261, 1992.
Dworkin J.P., Nadal J.C., Nonsurgical treatment of drooling in a patient with closed head injury a
severe dysarthria, Dysphagia, 6 (1): 40-9, 1991.
Ekberg O., Hamdy S., Woisard V., Wuttge-Hannig A., Ortega P., Social and psychological burden of
dysphagia: its impact on diagnosis and treatment, Dysphagia, 17 (2):139-46, 2002.
Edwards L.L, Quigley E.M, Harned R.K, Hofman R., Pfeiffer R.F., Characterization of swallowing and
defecation in Parkinson’s disease. Am J Gastroenterol, 89(1):15-25, 1994.
Fernandez HH, Lapane KL, Predictors of mortality among nursing home residents with a diagnosis of
Parkinson’s disease, Med Sci Monit, 8(4):CR241-6, 2002.
Fienig K.E. Slikproblemen. In: Van Achterberg. Effectief verplegen; Hoofdstuk 13. Kavanah,
Dwingeloo 1999.
Fiske J., Hyland K., Parkinson's disease and oral care, Dent Update 27 (2): 58-65, 2000.
Fleming S.M., Weaver A.W., Index of dysphagia: a tool for identifying deglutition problems,
Dysphagia, 1: 206-208, 1987.
Fonda D., Schwarz J., Clinnick S., Parkinsonian medication one hour before meals improves
symptomatic swallowing: a case study, Dysphagia, 10: 165-166, 1995.
Fuh J.L, Lee R.C, Wang S.J., et al., Swallowing diifuculty in Parkinson’s disease, Clinical Neurology
and Neurosurgery, 99: 106-112, 1997.
Goulding R., Bakheit A.M.O., Evaluation of the benefits of monitoring fluid thickness in the dietary
management of dysphagic stroke patients, Clinical Rehabilitation, 14: 119-124, 2002.
Hartelius I., Svensson P., Speech and swallowing symptoms associated with Parkinson’s disease and
Multiple Sclerosis: a survey., Folia Phoniatr Logop, 46: 9-17, 1994.
Hoeman S.P., Molali N.G., Approaches for management of dysphagia: Evidence-Based Practice in
the Community, Nutrition in Clinical Practice 4: S31-S34, 1999.
Hudson H.M., Daubert C.R., Mills R.H., The interdependency of protein-energy malnutrition, aging,
and dysphagia, Dysphagia 15: 31-38, 2000.
Jankovic J., Wooten M., Van der Linden C., Jansson B., Low body weight in Parkinson's disease,
South Medical Journal, 85 (4): 351-4, 1992.
Johnston M.D., Qun L., Swallowing and esophageal function in Parkinson’s disease, The American
Journal of Gastroenterology, 90 (10): 1741-1746, 1995.
Kahrilas P.J., Lin S., Chen J., Logemann J.A., Oropharyngeal Accomodation to swallow volume,
Gastroenterology; III: 297-306, 1996.
Kempster P.A., Wahlqvist M.D., Dietary factors in the management of Parkinson’s Disease, Nutrtion
Reviews, 52(2): 51-58, 1994.
Langmore SE., Terpenning M.S., Schork A., Chen Y., Murray J.T., Lopatin D., Loesche W.J.,
Predictors of aspiration pneumonia: How important is dysphagia?, Dysphagia 13:69-81, 1998.
69
Leopold N.A., Kagel M.C., Prepharyngeal dysphagia in Parkinson’s disease, Dysphagia 11:14-22,
1996.
Leopold N.A., Kagel MC., Dysphagia, Ingestion or deglutition?: A proposed paradigm, Dysphagia
12: 202-206, 1997.
Leopold N.A., Kagel M.C., Pharyngo-esophageal dysphagia in Parkinson’ s disease., Dysphagia 12:
11-18, 1997.
Lieu P.K., Chong M.S., Seshadri R., The impact of swallowing disorders in the elderly, Annals of the
Academy of Medicine Singapore, 30 (2): 148-54, 2001.
Lin L., Chen M., Chen Y., Portwood M., Psychometrics of a Chinese translation of the swallowing
questionnaire, Journal of Advanced Nursing 34 (3), 296-303, 2001.
Logemann J.A., Veis S., Colangelo L., A screening procedure for oropharyngeal dysphagia,
Dysphagia, 14: 44-51, 1999.
Logemann J., Slikstoornissen; Onderzoek en Behandeling. Lisse, Swets & Zeitlinger Publishers, 2000.
Lundy D.S., Smith C., Colangelo L., Sullivan P.A, Aspiration: Cause and implications, Otolaryngology
Head and Neck Surgery, 120 (4): 474-478, 1999.
Maks-van der Veer S., De logopedist als spil in het multidisciplinaire slikteam: Multidisciplinaire
diagnostiek en therapie bij orofaryngeale slikstoornissen, Logopedie en Foniatrie 12, 1995.
Mari F., Matei M., Ceravolo MG., Pisani A., Motesi A., Proviciali L., Predictive value of clinical
indices in detecting aspiration in patients with neurological disorders, Journal of Neurology,
Neurosurgery and Psychiatry 63: 456-460, 1997.
Marks L., Weinreich J., Drooling in Parkinson’ s disease: a novel tool for assessement of swallow
frequency, International Journal of Language & Communication Disorders, 36, 288-91, 2001.
Marks L., Turner K., O’ Sullivan J., Deighton B., Lees A., Drooling in Parkinson’ s disease: a novel
speech and language therapy intervention, International Journal of Language & Communication
Disorders, 36, 282-87, 2001.
Markus H.S., Tomkins A.M., Stern G.M., Increased prevalence of undernutrition in Parkinson’s
disease and its relationship to clinical disease parameters; J Neural Transm Park Dis Dement Sect,
5(2):117-25, 1993.
Martino R., Pron G., Diamant N., Screening for oropharyngeal dysphagia in stroke: insufficient
evidence for guidelines, Dysphagia 15: 19-30, 2000.
McHorney C.A., Bricker D.E., Kramer A.E., Rosenbek J.C., Robbins J., Chignell K.A., Logeman J.A.,
Clarke C., The SWAL-QOL outcomes tool for oropharyngeal dysphagia in adults: I. Conceptual
foundation and item development, Dysphagia 15: 115-121, 2000a.
McHorney C.A., Bricker E., Robbins J., Kramer A.E., Rosenbek J.C., Chignell K.A., The SWAL-QOL
outcomes tool for oropharyngeal dysphagia in adults: II. Item reduction and preliminary scaling,
Dysphagia, 15: 122-133, 2000b.
Miller R., Krawczyk K., Dysphagia training programmes:’Fixes that fail’ or effective inter-disciplinary
working?, International Journal of Language & Communication Disorders, 36, 379-84, 2001.
Muller J., Wenning G., Verny M., Progression of Dysarthria and Dysphagia in Postmortem-
Confirmed Parkinsonian Disorders, Archives of Neurology, 2001; 58: 259- 264.
Nathadwarawala K.M., Nicklin J., Wiles C.M., A timed test of swallowing capacity for neurological
patients, Journal Neurological Neurosurg Psychiatry, 55: 822-825, 1992.
Nathadwarawala K.M., McGroary A., Wiles C.M., Swallowing in neurological outpatients: used of a
timed test, Dysphagia, 9: 120-129, 1994.
Nederlands Paramedisch Instituut, Multidisciplinaire richtlijn chronisch neurologische dysfagie bij
verpleeghuisbewoners, 2000.
Nederlandse Vereniging Neuro-Verpleegkundigen en Verzorgenden, Richtlijn verpleging en
verzorging van mensen met de ziekte van Parkinson, 2001.
Nozaki 's, Saito T., Matsumura T., Miyai I., Kang J., Rinsho Shinkeigaku; Relationship between
weight loss and dysphagia in patients with Parkinson’s disease, 39 (10):1010-4, 1999.
Olanow C.W., Watts R.L., Koll W.C., An algorithm (decision tree) for the management of
Parkinson’s disease: treatment guidelines, Neurology 56 (11; Suppl 5): S1-S88, 2001.
Perry L., Love C., Screening for dysphagia and aspiration in acute stroke: a systematic review,
Dysphagia 16 (1): 1-12, 2000.
70
Perry L., Screening swallowing function of patients with acute stroke. Part one: identification,
implementation and initial evaluation of a screening tool for use by nurses, Journal of Clinical
Nursing, 10: 463-473, 2001.
Perry L., Screening swallowing function of patients with acute stroke. Part two: detailed evaluation
of the tool used by nurses, Journal of Clinical Nursing, 10: 474-481, 2001.
Ramritu P., Finlayson K., Mitchell A., Croft G., Identification and nursing management of dysphagia
in individuals with neurological impairment: a systematic review, The Joanna Briggs Institute for
Evidence based Nursing and Midwifery. review series; 8. 1-91.The Cochrane Library, 2000.
Robbins J., Logemann J., Randomized Study of two interventions for liquid aspiration: short-term
and long-term effects, Clinical Trials gov, 2002.
Singer C., Weiner W.J., Sanchez-Ramos J.R., Autonomic dysfunction in men with Parkinson's
disease, European Neurology, 32: 134-140, 1992.
Sitoh Y.Y., Lee A., Phua S.Y., Lieu P.K., Chan S.P., Bedside assessment of swallowing: a useful
screening tool for dysphagia in an acute geriatric ward, Singapore Medical Journal, 41 (8): 376-
381, 2000.
Smithard D.G., O’ neill P.A., Park C., Morris J., Wyatt R., England R., Martin D.F., Complications
and outcome after acute stroke, Stroke, 27 (7): 1200-4, 1996.
Sonies B.C., Patterns of care for dysphagic patients with degenerative neurological disease, Seminars
in Speech and Language, 21 (4): 333-45; 363-4, 2001.
Steele C.M., Greenwood C., Ens I., Robertson C., Seidman-Carlson R., Mealtime difficulties in a
home for the aged: not just dysphagia, Dysphagia 12: 43-50, 1997.
Terrado M., Russell C., Bowman J.B., Dysphagia: an overview, Medsurg Nursing, 10 (5): 233-50,
2001.
Veltema A.N., De ziekte van Parkinson: beschrijving van de verschijnselen en de
therapiemogelijkheden. Logopedie en Foniatrie, Nr. 12, 1995.
Wallace K.L., Middleton S., Cook I.J., Development and validation of a self-report symptom
inventory to assess the severity of oral-pharyngeal dysphagia, Gastroenterology, 118: 678-687,
2000.
Wang X., You G., Chen H., Cai X., Chin Med Journal, 115(9):1409-11, 2002.
Westergren A., Hallberg I., Ohlsson O., Nursing assessment of dysphagia among patients with
stroke, Scandinavian Journal of Caring Sciences, 13 (4): 274-282, 1999.
Westergren A., Unosson M., Ohlsson O., Lorefält B., Hallberg I.R., Eating difficulties, assisted eating
and nutritional status in elderly (>65 years) patients in hospital rehabilitation, International
Journal of Nursing studies, 39, 341-351, 2002.
Wintzen A.R., Badrising U.A., Roos R.A.C., Vielvoye J., Liauw L., Pauwels E.K.J., Dysphagia in
ambulant patients with Parkinson’ s disease: common, not dangerous, The Canadian Journal of
Neurological Sciences, 21(1): 53-6, 1994.
Veldee M.S., Peth L.D., Can Protein-Calorie Malnutrition Cause Dysphagia, Dysphagia 7:86-101,
1992.